maandag 25 oktober 2010
Evolutie van voortbewegingsgedrag
Typerend voor het evolutieproces is dat er wordt voortgebouwd op eerdere ontwikkelingsfasen. Onze armen en benen zijn bijvoorbeeld duidelijk ontwikkeld uit de voor- en achterpoten van de gewervelden die miljoenen jaren geleden voor het eerst aan land kwamen. Een ander voorbeeld is de buis van Eustachius, die is voortgekomen uit de kieuwbogen van onze visachtige voorouders (de buis van Eustachius verbindt het middenoor met de keelholte).
Ook bij de evolutie van ons voortbewegingsgedrag is er voortgebouwd op eerdere ontwikkelingsfasen. Zoals is gezegd, stammen wij af van gewervelde dieren die zich lang geleden voor het eerst aan land waagden. De ontwikkelingsweg verliep hierna van viervoeters via boombewoners naar rechtoplopende tweevoeters. Er zijn dus feitelijk drie hoofdfasen te onderscheiden in de evolutie van ons voortbewegingsgedrag. Elke fase heeft zo zijn sporen achter gelaten.
Naar mijn mening is het hier genoemde evolutionaire perspectief op het menselijke voortbewegingsgedrag relevant voor iedereen die zich op de één of andere manier met het menselijk bewegen bezighoudt.
Geraadpleegde literatuur:
Bult, P., Biologie van het spel en de beweging van de mens. Haarlem, 1982.
zaterdag 23 oktober 2010
Movement Notation
Onlangs las ik over de Eshkol-Wachmann Movement Notation (EWMN). Dit is een notatiesysteem om bewegingen op papier vast te leggen, net zoals met notenschrift een muziekstuk genoteerd kan worden. EWMN is enkele tientallen jaren geleden ontwikkeld door de Israëlische choreografe Noa Eshkol en de architect Abram Wachmann. Het mooie van EWMN is dat het zich niet beperkt tot de bewegingen van het menselijk lichaam. Het kan in principe gebruikt worden voor elk bewegend lichaam, dus ook voor het beschrijven van de bewegingen van dieren en robots. EWMN kent dan ook vele toepassingen, het wordt gebruikt voor choreografie, antropologisch onderzoek (studie van bijvoorbeeld volksdansen), martial-arts en gedragsonderzoek bij dieren. Een heel interessante toepassing is het analyseren van bewegingspatronen van jonge kinderen. Het gaat dan om het opsporen van afwijkende bewegingspatronen die duiden op bepaalde ontwikkelingsstoornissen. Hierdoor moet het bijvoorbeeld mogelijk zijn al in een heel vroeg stadium autisme te diagnosticeren (autistische kinderen schijnen zich motorisch namelijk anders te ontwikkelen dan normale kinderen).
Voor mij zou een notatiesysteem voor bewegingen een uitkomst zijn, bijvoorbeeld om yogaoefeningen en salsadansfiguren vast te leggen. Het is mij helaas nog niet gelukt om een goede handleiding voor het gebruik van EWMN te pakken te krijgen. Wel heb ik in de bibliotheek een boek gevonden waarin een ander notatiesysteem wordt uitgelegd: de Benesh Movement Notation. Volgens mij is dit systeem ook goed bruikbaar. Ik denk dat het misschien zelfs wel makkelijker toepasbaar is dan het behoorlijk wiskundig aandoende EWMN. Al neemt dit niet weg dat ik graag meer zou willen leren over EWMN.
Abonneren op:
Posts (Atom)